In het kader van de meimaand/Mariamaand staat deze site stil bij de aloude bedevaart naar Onze Lieve Vrouw ter Eik in het Noord-Brabantse Meerveldhoven. Dit is deel 1 van een driedelige serie artikelen over dit Mariaoord, dat gaat over het ontstaan van de bedevaart.
In de 19e eeuw werd de legende opgetekend over de oorsprong van de bedevaart naar Meerveldhoven. Een plaatselijke boer vond aan het einde van de 13e eeuw een Mariabeeldje in de takken van een eik op zijn land aan het riviertje de Gender. 's Avonds nam hij het mee naar huis en gaf het een speciale plek. Bij het opstaan de volgende morgen zag hij dat het beeldje was verdwenen. De boer keek raar op toen hij, bij aankomst op zijn land, het beeldje weer in de eik zag staan. Die avond nam hij het voor de tweede keer mee naar huis om het daar te vereren, maar opnieuw stond het de volgende morgen in de eik. Toen dit alles een derde keer gebeurde zag de boer het als een teken dat Maria juist op die plek vereerd wilde worden. Volgens de legende werd deze overtuiging versterkt door nog iets anders. Telkens was het Mariabeeldje besmeurd met slijk, wat moest betekenen dat het zelf driemaal de weg terug naar de eik had afgelegd. Dit gegeven gaf voor de boer de doorslag. Hij kwam tegemoet aan Maria's wens en bouwde een kleine kapel om de eik met het beeldje.
Het oudste historische bewijs van de bedevaart naar Meerveldhoven dateert uit de late middeleeuwen. Sinds die tijd is de verering voor Onze Lieve Vrouw ter Eik, zoals het beeldje bekendstaat, vrijwel nooit onderbroken. Meerveldhoven was en is een van de belangrijkste Mariaoorden van Noord-Brabant.
Het pijpaarde beeldje dat centraal staat in de bedevaart naar Meerveldhoven is in de 15e vervaardigd, waarschijnlijk in Luik of Utrecht. Het is 38 cm hoog en stelt Maria voor met het Jezuskind op haar rechterarm. In haar linkerhand houdt ze het rechtervoetje van het kind. Het beeldje lijkt erg veel op dat van Onze Lieve Vrouw van Foy (België), waarvan in Nederland diverse kopieën worden vereerd. Het beeldje staat tegenwoordig in de kruin van een eik, onder een neogotisch baldakijn. De eik stamt uit de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen de huidige kerk van Meerveldhoven werd gebouwd. De eik hangt vol met zilveren votiefgaven die zijn geschonken aan Maria na verkregen gunsten.
> De bedevaartkapel van Onze Lieve Vrouw ter Eik bevindt zich in de parochiekerk van Sint Lambertus. In de maand mei is de kerk dagelijks geopend van 9.00 tot 19.00. Adres: Kapelstraat-Zuid 18, 5503 CW Veldhoven.
De bedevaart naar Meerveldhoven heeft standgehouden door de populariteit van het oord onder de katholieke bevolking van de Kempen. Meer hierover kunt u lezen in deel 2 van deze serie.
zondag 13 mei 2007
vrijdag 4 mei 2007
Speciale Mariauitzending Kruispunt
Het RKK-programma Kruispunt staat aanstaande zondag geheel in het teken van Maria.
Zo is er aandacht voor de winnaar van de wedstrijd "Mijn Maria". Bezoekers van de site van Katholiek Nederland konden een foto van hun favoriete Mariabeeld inzenden. Ook kon gestemd worden op andere inzendingen. Het Mariabeeld van Ria Aveskamp uit Denekamp kwam als winnaar uit de bus. Het beeld is tot 3 juni te zien in Museum Catharijneconvent te Utrecht.
In Kruispunt komen tevens mensen aan het woord die een bijzondere band hebben met Maria. Kruispunt wordt uitgezonden om 19.40 uur op Nederland 2.
Zo is er aandacht voor de winnaar van de wedstrijd "Mijn Maria". Bezoekers van de site van Katholiek Nederland konden een foto van hun favoriete Mariabeeld inzenden. Ook kon gestemd worden op andere inzendingen. Het Mariabeeld van Ria Aveskamp uit Denekamp kwam als winnaar uit de bus. Het beeld is tot 3 juni te zien in Museum Catharijneconvent te Utrecht.
In Kruispunt komen tevens mensen aan het woord die een bijzondere band hebben met Maria. Kruispunt wordt uitgezonden om 19.40 uur op Nederland 2.
donderdag 26 april 2007
Meimaand is Mariamaand
Aanstaande dinsdag is het mei. In de meimaand wordt Maria bijzonder vereerd door katholieken over de hele wereld, dus ook in Nederland. In veel kerken wordt het Maria-altaar met bloemen versierd en worden extra kaarsen gebrand. Ook vinden er processies plaats of gaat men op bedevaart naar een klein of groot Mariaoord. Kortom, in de katholieke traditie is de meimaand een Mariamaand.
De eerst meivieringen voor Maria vonden in de 18e eeuw plaats in Napels. Vanuit Zuid Italië verspreide de devotie zich over de katholieke wereld. Vooral de Jezuïeten zetten zich er voor in. Ze zagen het als een goed alternatief voor de traditionele meivieringen, die veel heidense elementen bevatten. Het kronen van de meikoningin was bijvoorbeeld een oud vruchtbaarheidsritueel. Het kronen van Mariabeelden bood een gekerstend alternatief.
Op diverse plaatsen in het land wordt de Mariamaand op bijzondere wijze gevierd. Zo wordt in Den Bosch het beeld van de Zoete Moeder uit haar kapel gehaald en in de Sint Jan geplaatst om duizenden vereerders te ontvangen. Op 13 mei wordt het beeld in een processie door de stad gedragen. Hetzelfde gebeurt in Maastricht met het beeld van de Sterre der Zee.
Ook deze site zal stilstaan bij de meimaand, allereerst met een serie artikelen over de bedevaart naar Onze Lieve Vrouw ter Eik in Meerveldhoven. Ook zullen we aandacht besteden aan de speciale vieringen in het land.
De eerst meivieringen voor Maria vonden in de 18e eeuw plaats in Napels. Vanuit Zuid Italië verspreide de devotie zich over de katholieke wereld. Vooral de Jezuïeten zetten zich er voor in. Ze zagen het als een goed alternatief voor de traditionele meivieringen, die veel heidense elementen bevatten. Het kronen van de meikoningin was bijvoorbeeld een oud vruchtbaarheidsritueel. Het kronen van Mariabeelden bood een gekerstend alternatief.
Op diverse plaatsen in het land wordt de Mariamaand op bijzondere wijze gevierd. Zo wordt in Den Bosch het beeld van de Zoete Moeder uit haar kapel gehaald en in de Sint Jan geplaatst om duizenden vereerders te ontvangen. Op 13 mei wordt het beeld in een processie door de stad gedragen. Hetzelfde gebeurt in Maastricht met het beeld van de Sterre der Zee.
Ook deze site zal stilstaan bij de meimaand, allereerst met een serie artikelen over de bedevaart naar Onze Lieve Vrouw ter Eik in Meerveldhoven. Ook zullen we aandacht besteden aan de speciale vieringen in het land.
dinsdag 24 april 2007
Devotionalia: de Zwarte Christus
Vorige week stonden we stil bij de devotie voor de Zwarte Christus in Wyck. Dit devotieprentje van het wonderbeeld stamt uit de 17e eeuw. De ingekleurde kopergravure is gemaakt in Antwerpen.
De Witte Vrouwen van Maastricht, die het beeld in hun kloosterkerk vereerden, lieten in de 17e en 18e eeuw duizenden prentjes drukken van het beeld. Deze werden door pelgrims als aandenken mee naar huis genomen. Ook werden de prentjes door de nonnen verspreid om de cultus te promoten. Dit gebeurde om zowel godsvruchtige als economische redenen. Pelgrims waren vaak een belangrijke bron van inkomsten voor een kerk of klooster.
Volgens de Franse tekst is het prentje aangestreken aan het beeld van de Zwarte Christus. Men geloofde dat het prentje daarmee iets van de kracht van het orginele wonderbeeld absorbeerde. Dergelijke objecten worden secundaire relieken genoemd.
De Witte Vrouwen van Maastricht, die het beeld in hun kloosterkerk vereerden, lieten in de 17e en 18e eeuw duizenden prentjes drukken van het beeld. Deze werden door pelgrims als aandenken mee naar huis genomen. Ook werden de prentjes door de nonnen verspreid om de cultus te promoten. Dit gebeurde om zowel godsvruchtige als economische redenen. Pelgrims waren vaak een belangrijke bron van inkomsten voor een kerk of klooster.
Volgens de Franse tekst is het prentje aangestreken aan het beeld van de Zwarte Christus. Men geloofde dat het prentje daarmee iets van de kracht van het orginele wonderbeeld absorbeerde. Dergelijke objecten worden secundaire relieken genoemd.
zaterdag 21 april 2007
Onze Lieve Vrouw van Elshout
In het Brabantse Elshout wordt Maria vereerd onder de titel "Wonderbare Moeder". De vele votiefgaven in de kerk van Elshout getuigen van de wonderen die Maria ter plaatse zou hebben verricht.
Volgens de overlevering was Maria zelf betrokken bij het ontstaan van de bedevaart. Op een dag, ergens in de 12e eeuw, was een boer uit Drunen vlas aan het zaaien in de Gaarsweide. Toen de boer dorst begon te krijgen verscheen hem plotseling een majesteuze vrouw die hem naar de sloot leidde. Daar aangekomen schepte ze water uit de sloot en gaf dit aan de boer. Verwonderd leste hij zijn dorst. Nog nooit had hij zulk smakelijk water gedronken. Toen de verschijning voorbij was drong het tot de boer door dat de Moeder Gods hem het water had gegeven. De boer beproefde zijn geluk en vroeg Maria om een goede oogst. In ruil daarvoor beloofde hij een kapelletje te bouwen. Zijn gebed werd spoedig verhoord. Toen hij de volgende dag op zijn akker aankwam was het vlas al rijp voor de oogst. De boer haaste zich naar de pastoor met een bosje vlas om van het wonder te getuigen. Niet lang daarna verees een Mariakapel op de Gaarsweide, die uit de wijde omgeving mensen trok.
Het oudste bewijs van de bedevaart naar Elshout stamt uit 1495. Na de Reformatie werd de devotie op bescheiden schaal voortgezet. Uit deze tijd stamt het verhaal dat de protestanten, die de kapel op de Gaarsweide in beslag namen, het Mariabeeld buiten de kapel smeetten. De volgende dag stond het echter weer in de kapel. Telkens als men het beeld verwijderde gebeurde hetzelfde, totdat een paar katholieke landlieden het beeld in een boom vonden en het naar Oudheusden brachten. Kort daarna stond het beeld echter weer in de boom, waar het blijkbaar vereerd wilde worden. In 1668 werd op die plaats een nieuwe kapel gebouwd.
Er was een grote opbloei van de bedevaart aan het begin van de 19e eeuw. Vanaf die tijd kwamen er niet alleen bedevaartgangers uit de omliggende dorpen, maar ook uit Roosendaal, Breda en Rotterdam. Vanuit bepaalde plaatsen werd een jaarlijkse processie gehouden naar de kerk van Elshout. Pelgrims uit Waalwijk schonken de Wonderbare Moeder een kostbare mantel, waarschijnlijk uit dank voor een verkregen gunst.
Het is niet met zekerheid te zeggen of het huidige genadebeeld al in de middeleeuwse kapel stond. Het beeldje, dat tegenwoordig geen mantel meer draagt, stamt uit de 14e eeuw en toont Maria met het Jezuskind op haar rechterarm. In haar linkerhand houdt ze een scepter.
De bedevaarten naar Elshout vinden vooral plaats in de maand mei. Tussen de twee wereldoorlogen bezochten jaarlijks zo'n 25.000 mensen de kerk van Elshout. Tot op heden is dit aantal vrij constant gebleven. Op 31 mei wordt de feestdag van de Wonderbare Moeder gevierd met een processie naar de huidige kapel op de Gaarsweide, die men in 1966 bouwde op de plek van de verschijning.
Met dank aan fam. Muskens uit Elshout voor de foto's.
> Het beeld van de Wonderbare Moeder bevindt zich in de parochiekerk van Sint Jan Evangelist te Elshout. Adres: Kerkstraat 35, 5154 AN Elshout.
Volgens de overlevering was Maria zelf betrokken bij het ontstaan van de bedevaart. Op een dag, ergens in de 12e eeuw, was een boer uit Drunen vlas aan het zaaien in de Gaarsweide. Toen de boer dorst begon te krijgen verscheen hem plotseling een majesteuze vrouw die hem naar de sloot leidde. Daar aangekomen schepte ze water uit de sloot en gaf dit aan de boer. Verwonderd leste hij zijn dorst. Nog nooit had hij zulk smakelijk water gedronken. Toen de verschijning voorbij was drong het tot de boer door dat de Moeder Gods hem het water had gegeven. De boer beproefde zijn geluk en vroeg Maria om een goede oogst. In ruil daarvoor beloofde hij een kapelletje te bouwen. Zijn gebed werd spoedig verhoord. Toen hij de volgende dag op zijn akker aankwam was het vlas al rijp voor de oogst. De boer haaste zich naar de pastoor met een bosje vlas om van het wonder te getuigen. Niet lang daarna verees een Mariakapel op de Gaarsweide, die uit de wijde omgeving mensen trok.
Het oudste bewijs van de bedevaart naar Elshout stamt uit 1495. Na de Reformatie werd de devotie op bescheiden schaal voortgezet. Uit deze tijd stamt het verhaal dat de protestanten, die de kapel op de Gaarsweide in beslag namen, het Mariabeeld buiten de kapel smeetten. De volgende dag stond het echter weer in de kapel. Telkens als men het beeld verwijderde gebeurde hetzelfde, totdat een paar katholieke landlieden het beeld in een boom vonden en het naar Oudheusden brachten. Kort daarna stond het beeld echter weer in de boom, waar het blijkbaar vereerd wilde worden. In 1668 werd op die plaats een nieuwe kapel gebouwd.
Er was een grote opbloei van de bedevaart aan het begin van de 19e eeuw. Vanaf die tijd kwamen er niet alleen bedevaartgangers uit de omliggende dorpen, maar ook uit Roosendaal, Breda en Rotterdam. Vanuit bepaalde plaatsen werd een jaarlijkse processie gehouden naar de kerk van Elshout. Pelgrims uit Waalwijk schonken de Wonderbare Moeder een kostbare mantel, waarschijnlijk uit dank voor een verkregen gunst.
Het is niet met zekerheid te zeggen of het huidige genadebeeld al in de middeleeuwse kapel stond. Het beeldje, dat tegenwoordig geen mantel meer draagt, stamt uit de 14e eeuw en toont Maria met het Jezuskind op haar rechterarm. In haar linkerhand houdt ze een scepter.
De bedevaarten naar Elshout vinden vooral plaats in de maand mei. Tussen de twee wereldoorlogen bezochten jaarlijks zo'n 25.000 mensen de kerk van Elshout. Tot op heden is dit aantal vrij constant gebleven. Op 31 mei wordt de feestdag van de Wonderbare Moeder gevierd met een processie naar de huidige kapel op de Gaarsweide, die men in 1966 bouwde op de plek van de verschijning.
Met dank aan fam. Muskens uit Elshout voor de foto's.
> Het beeld van de Wonderbare Moeder bevindt zich in de parochiekerk van Sint Jan Evangelist te Elshout. Adres: Kerkstraat 35, 5154 AN Elshout.
dinsdag 17 april 2007
Nieuws: nieuwe mantel Zoete Moeder
De Zoete Lieve Vrouw in de Sint-Jan in Den Bosch krijgt mogelijk nog in de Mariamaand mei een nieuwe schutsmantel. Een woordvoerster van de broederschap Onze Lieve Vrouw heeft dat afgelopen zaterdag gezegd. De oude mantel van het Mariabeeld is na honderd jaar onherstelbaar versleten.
De Middelburgse kunstenaar Janpeter Muilwijk heeft de nieuwe mantel ontworpen. Zijn idee kreeg de voorkeur boven dat van drie andere ontwerpers onder wie Addy van den Krommenacker. De bekende Bossche couturier adviseert van Muilwijk wel nog over de vorm en stof.
Op de lichte stof staan mensen afgebeeld die bij Maria beschutting zoeken. Het werk nadert haar einde, aldus de broederschap. Het is nog niet precies bekend wanneer de schutsmantel helemaal klaar is en in gebruik kan worden genomen. De processie op 13 mei komt in elk geval te vroeg. Het Noordbrabants Museum in Den Bosch opent 19 april een expositie van de vier ontwerpen.
Bron: ANP/Katholiek Nederland
De Middelburgse kunstenaar Janpeter Muilwijk heeft de nieuwe mantel ontworpen. Zijn idee kreeg de voorkeur boven dat van drie andere ontwerpers onder wie Addy van den Krommenacker. De bekende Bossche couturier adviseert van Muilwijk wel nog over de vorm en stof.
Op de lichte stof staan mensen afgebeeld die bij Maria beschutting zoeken. Het werk nadert haar einde, aldus de broederschap. Het is nog niet precies bekend wanneer de schutsmantel helemaal klaar is en in gebruik kan worden genomen. De processie op 13 mei komt in elk geval te vroeg. Het Noordbrabants Museum in Den Bosch opent 19 april een expositie van de vier ontwerpen.
Bron: ANP/Katholiek Nederland
maandag 16 april 2007
De Zwarte Christus in Wyck
In de Sint Martinuskerk te Wyck, Maastricht wordt een zwart kruisbeeld vereerd. Het houten beeld stamt waarschijnlijk uit de eerste helft van de 13e eeuw. Nog steeds is de devotie voor de "Zwarte Christus" zeer levendig in Maastricht en omstreken.
Het is een majestueuze verschijning, de Zwarte Christus van Wyck. De notenhouten corpus werd waarschijnlijk in de vroege 13e eeuw gemaakt. Het valt niet met zekerheid te zeggen waar het beeld is gemaakt. Misschien is het door kruisvaarders meegebracht uit Palestina, maar het kan evengoed het werk zijn van een Maaslandse beeldhouwer. Zeer ongebruikelijk wordt de Gekruisigde afgebeeld in een rechte houding. Er zijn geen spijkerwonden aan handen en voeten zichtbaar.
Volgens een vroom verhaal zou het kruisbeeld rond 1300 ontdekt zijn door de dochter van een edelman uit Riemst, een plaatsje tussen Maastricht en Tongeren. Haar vader gaf haar na een pelgrimage naar het Heilige Land een noot. Voor zijn vrouw en andere kinderen had hij veel mooiere cadeaus meegebracht, maar dat scheen het eenvoudige meisje niet te deren. Ze besloot de noot in de tuin te planten en er ontsprong een boom. Op een dag gebeurde er iets wonderlijks met deze boom. Tijdens een zware onweersbui werd de boom door bliksem geraakt. Toen de onweersbui voorbij was vond het meisje in het midden van de gespleten boom een kruisbeeld. Het voorval werd beschouwd als een wonder en er was meteen een grote volkstoeloop uit de hele streek. Het kruisbeeld vond zijn weg naar Maastricht toen het meisje intrad bij de Witte Vrouwen, die een klooster hadden in de stad. Refererend aan de oorsprongslegende werd het beeld in de Maastrichtse volksmond "de Zwarte Christus uit de noot" genoemd, een benaming die men nog steeds gebruikt.
In Maastricht werd het beeld, samen met het graf van Sint Servaas en het beeld van de Sterre der Zee, het doel van bedevaarten. In de middeleeuwen ontstond het gebruik om "de maat van het Heilig Kruis" als talisman mee naar huis te nemen. De kloosternonnen maakten zijde linten van 1,72 meter, naar de lengte van de Zwarte Christus. Als men ze op het lichaam draagt zouden ze vooral heilzaam zijn bij koorts en moeilijke zwangerschappen. Men kan in de kerk van Wyck nog steeds gezegende linten kopen, alleen zijn ze nu van linnen in plaats van zijde.
Hoewel de devotie voor de Zwarte Christus sinds de middeleeuwen vrij constant is geweest begon in de 19e eeuw een nieuw bloeiperiode. De Witte Vrouwen verlieten in 1796 gedwongen hun Maastrichtse klooster. Via een omzwerving kwam het beeld in 1804 in de parochiekerk van Wyck terecht. Volgens een volksverhaal wilde een jaar eerder niemand minder dan Napoleon Bonaparte het kruis meenemen naar Parijs, maar de slimme Maastrichtenaren scheepten hem af met een kopie. Een andere legende verhaalt hoe het beeld van de Zwarte Christus op een Goede Vrijdag zelf aangaf in de kerk van Wyck te willen verblijven. Het kruis werd die dag op een versierde wagen geplaatst. De wagen werd door vier ossen getrokken. Het wonderlijke was dat de ossen zelf de weg naar de kerk wisten te vinden. Eenmaal aangekomen wilden ze geen stap meer verzetten voordat het kruis van de wagen werd genomen.
De Zwarte Christus wordt meegedragen in diverse Maastrichtse processies, onder andere in de Heiligdomsvaart die eens in de zeven jaar plaatsvindt. Duizenden pelgrims uit binnen- en buitenland brengen jaarlijks een bezoek aan het beeld. De votiefgaven bij het beeld tonen aan dat zij zich aansluiten bij een oude traditie van vertrouwen in "de Zwarte Christus uit de noot".
> De Sint Martinuskerk van Wyck bevindt zich op loopafstand van het Centraal Station van Maastricht en is dagelijks geopend (op zondag alleen tijdens diensten). Adres: Rechtstraat 2, 6221 EJ Wyck-Maastricht.
Het is een majestueuze verschijning, de Zwarte Christus van Wyck. De notenhouten corpus werd waarschijnlijk in de vroege 13e eeuw gemaakt. Het valt niet met zekerheid te zeggen waar het beeld is gemaakt. Misschien is het door kruisvaarders meegebracht uit Palestina, maar het kan evengoed het werk zijn van een Maaslandse beeldhouwer. Zeer ongebruikelijk wordt de Gekruisigde afgebeeld in een rechte houding. Er zijn geen spijkerwonden aan handen en voeten zichtbaar.
Volgens een vroom verhaal zou het kruisbeeld rond 1300 ontdekt zijn door de dochter van een edelman uit Riemst, een plaatsje tussen Maastricht en Tongeren. Haar vader gaf haar na een pelgrimage naar het Heilige Land een noot. Voor zijn vrouw en andere kinderen had hij veel mooiere cadeaus meegebracht, maar dat scheen het eenvoudige meisje niet te deren. Ze besloot de noot in de tuin te planten en er ontsprong een boom. Op een dag gebeurde er iets wonderlijks met deze boom. Tijdens een zware onweersbui werd de boom door bliksem geraakt. Toen de onweersbui voorbij was vond het meisje in het midden van de gespleten boom een kruisbeeld. Het voorval werd beschouwd als een wonder en er was meteen een grote volkstoeloop uit de hele streek. Het kruisbeeld vond zijn weg naar Maastricht toen het meisje intrad bij de Witte Vrouwen, die een klooster hadden in de stad. Refererend aan de oorsprongslegende werd het beeld in de Maastrichtse volksmond "de Zwarte Christus uit de noot" genoemd, een benaming die men nog steeds gebruikt.
In Maastricht werd het beeld, samen met het graf van Sint Servaas en het beeld van de Sterre der Zee, het doel van bedevaarten. In de middeleeuwen ontstond het gebruik om "de maat van het Heilig Kruis" als talisman mee naar huis te nemen. De kloosternonnen maakten zijde linten van 1,72 meter, naar de lengte van de Zwarte Christus. Als men ze op het lichaam draagt zouden ze vooral heilzaam zijn bij koorts en moeilijke zwangerschappen. Men kan in de kerk van Wyck nog steeds gezegende linten kopen, alleen zijn ze nu van linnen in plaats van zijde.
Hoewel de devotie voor de Zwarte Christus sinds de middeleeuwen vrij constant is geweest begon in de 19e eeuw een nieuw bloeiperiode. De Witte Vrouwen verlieten in 1796 gedwongen hun Maastrichtse klooster. Via een omzwerving kwam het beeld in 1804 in de parochiekerk van Wyck terecht. Volgens een volksverhaal wilde een jaar eerder niemand minder dan Napoleon Bonaparte het kruis meenemen naar Parijs, maar de slimme Maastrichtenaren scheepten hem af met een kopie. Een andere legende verhaalt hoe het beeld van de Zwarte Christus op een Goede Vrijdag zelf aangaf in de kerk van Wyck te willen verblijven. Het kruis werd die dag op een versierde wagen geplaatst. De wagen werd door vier ossen getrokken. Het wonderlijke was dat de ossen zelf de weg naar de kerk wisten te vinden. Eenmaal aangekomen wilden ze geen stap meer verzetten voordat het kruis van de wagen werd genomen.
De Zwarte Christus wordt meegedragen in diverse Maastrichtse processies, onder andere in de Heiligdomsvaart die eens in de zeven jaar plaatsvindt. Duizenden pelgrims uit binnen- en buitenland brengen jaarlijks een bezoek aan het beeld. De votiefgaven bij het beeld tonen aan dat zij zich aansluiten bij een oude traditie van vertrouwen in "de Zwarte Christus uit de noot".
> De Sint Martinuskerk van Wyck bevindt zich op loopafstand van het Centraal Station van Maastricht en is dagelijks geopend (op zondag alleen tijdens diensten). Adres: Rechtstraat 2, 6221 EJ Wyck-Maastricht.
donderdag 12 april 2007
Volksdevotie op de verrekijk
KRO/RKK zond afgelopen winter een zevendelige serie uit over volksdevotie in de Lage Landen met de titel "Ziel en Zaligheid". Diverse Nederlandse en Vlaamse volksdevoties passeerden de revue. Samen schetsten ze een kleurrijk beeld van oude religieuze praktijken die nog steeds in zwang zijn. Sommige devoties hebben een sterke hang naar folklore terwijl andere niets aan hun religieuze betekenis hebben afgedaan.
Als u de serie heeft gemist kunt u de afleveringen online bekijken op de site van Katholiek Nederland. De serie is tevens op dvd verkrijgbaar via KRO's webwinkel.
Als u de serie heeft gemist kunt u de afleveringen online bekijken op de site van Katholiek Nederland. De serie is tevens op dvd verkrijgbaar via KRO's webwinkel.
maandag 9 april 2007
Nederlandse volksdevotie(s)
De kerken mogen dan steeds leger raken, volksdevotie is anno 2007 nog steeds springlevend. Sterker nog, er is zelfs sprake van een opbloei. Veel Nederlanders gaan op bedevaart naar heilige plaatsen in binnen- of buitenland, lopen mee in een processie of ontsteken een kaarsje in de plaatselijke Mariakapel. In een tijd waarin materialisme de overhand heeft gekregen gaat men steeds vaker op zoek naar een (spi)ritueel tegenwicht. Velen putten daarbij uit de katholieke tradities die Nederland rijk is. Deze site staat in het teken van Nederlandse katholieke volksdevotie(s) uit het heden en verleden. Het is een verkenning van een nationale zoektocht naar ziel en zaligheid.
Abonneren op:
Posts (Atom)